Proef 8: Telefoon
Benodigdheden:
- twee telefoonhoorns
- twee koolstofmicrofoontjes
- twee trilplaatjes
- verbindingssnoertjes
- krokodillenbekjes
- accu
Werkwijze:
Je verbindt alles met elkaar en spreekt in de hoorn.
Waarneming:
Je hoort de ander in de hoor, maar ook jezelf als je praat.
Conclusie:
Een telefoon is eigenlijk niets anders dan een serie schakeling van trilplaatjes, koolstof microfoons, bedrading en een stroombron. Als je in die microfoon praat beïnvloedt je het onderlinge contact van de koolstofkorrels, waardoor de weerstand veranderd op het ritme van je stem. Hierdoor veranderd de stroomsterkte in de kring en komen de trilplaatsjes in trilling. Zo is je stem aan de andere kant van de lijn hoorbaar.

Maak jouw eigen website met JouwWeb